Natuurinclusieve aanpak A12: infrastructuur en natuurversterking hand in hand

De A12 tussen Veenendaal, Ede en Grijsoord was jarenlang een scheidslijn in het landschap. Flora en fauna aan beide kanten van de weg leefden geïsoleerd. Tijdens de verbreding van de weg greep Heijmans de kans om daar verandering in te brengen. Dankzij duurzame en slimme maatregelen wordt de natuurgebieden aan weerzijden van de A12 verbonden en wordt de biodiversiteit in de regio versterkt. Jan Willem Burgmans, programmamanager Biodiversiteit bij Heijmans vertelt meer over de natuurinclusieve aanpak.

De infra- en watersector ondergaan een belangrijke transitie richting een meer natuurinclusieve benadering van grond- weg-, en waterbouw (GWW) projecten. Niet alleen om de klimaat-natuurdoelen te halen, maar ook om te werken aan gezonde leefomgeving. In deze serie van praktijkverhalen lichten we voorbeelden uit van succesvolle infraprojecten die bezig zijn met natuurinclusiviteit.

De A12 laat zien dat infrastructuurontwikkeling en natuurversterking hand in hand kunnen gaan. In totaal zijn 21 extra natuurmaatregelen genomen om mens en dier veilig te laten bewegen. De maatregelen variëren van groot tot klein:

  • Boommarterportalen: verkeersportalen zijn zó aangepast dat ook boommarters en eekhoorns ze kunnen gebruiken om de snelweg over te steken. De eerste gebruikers zijn al op beeld vastgelegd.

  • Faunavriendelijk viaduct: bij de kruising met het spoor is een viaduct zo ontworpen dat ook dieren het veilig kunnen oversteken. Ringslangen broeden hier inmiddels met succes.

  • Fietstunnel met vleermuisvriendelijke verlichting: de fietstunnel onder de A12 is overdag verlicht, maar ’s nachts gaat het licht uit. Vleermuizen gebruiken deze tunnel nu als veilige route om de snelweg te kruisen.

  • Extra faunapassages over én naast het spoor: voor dassen, reeën en andere soorten zijn ook langs het spoor aanvullende verbindingen aangelegd, zodat hun leefgebieden niet langer versnipperd zijn.

De extra aandacht voor natuur is volgens Jan Willem geheel te danken aan het feit dat opdrachtgever Rijkswaterstaat in de uitvraag extra aandacht vroeg voor de ecologische waarden. “Dit is gedaan door ecologie op te nemen als EMVI-criterium. Dat betekent dat de aannemers zich konden onderscheiden met slimme, duurzame oplossingen zonder dat de opdrachtgever extra budget hoeft te reserveren. Hierbij is wel belangrijk om te weten dat de doelstelling ‘versterking van de natuur’ vanaf de allereerste ontwerpfase werd meegenomen als doelstelling voor het project. Vanaf dat moment maakten we de slimme keuzes.”

De A12 bij Veenendaal, Ede en Grijsoord (foto Heijmans)

Goede samenwerking

Tussen Veenendaal, Ede en Grijsoord versterkt Heijmans niet dus alleen de doorstroming van het verkeer, maar ook de natuur aan de weerzijden van de A12. “Dankzij de slimme keuzes en maatregelen wordt het leefgebied van dassen, reeën, boommarters, vleermuizen, hazelwormen, hagedissen en slangen niet alleen verbonden, maar ook vergroot.”

Jan Willem geeft aan dat ze voor de opgave intensief in gesprek zijn gegaan met de omliggende terreineigenaren, zoals Gelders Landschap, ministerie van Defensie en Staatsbosbeheer. “Natuur stopt niet bij een projectgrens. Daarom is een goede samenwerking cruciaal. Zo werkten we ook samen met H+N+S Landschapsarchitecten om tot een samenhangende groeninrichting van de bermen te komen.”

Naast deze samenwerking en de betrokkenheid van hun eigen ecologen, schakelde Heijmans ook specialistische kennis in van de Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland (RAVON) en zoogdierenvereniging VZZ. “Zij voeren ook onderzoeken uit om de ontwikkeling van de natuur te monitoren. Hieruit blijkt dat de maatregelen op hoofdlijnen werken, maar ook dat het noodzakelijk is om tijdens de beheerfase continu weer aandacht te vragen voor de ecologische doelen van de bermen.”

Flora en fauna langs de A12 langs Veenendaal, Ede en Grijsoord (foto Heijmans)

Na oplevering eind 2016 blijft Heijmans tot eind 2032 verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van het volledige tracé: van Veenendaal via Ede tot aan Grijsoord. Volgens Jan Willem is een goed ecologisch beheer essentieel om tot een natuurinclusief project tot een succes te maken. “Door de gekozen contractvorm is verbreding en het onderhoud van de A12 gekoppeld aan 16 jaar verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Met (her)inrichting van het terrein kunnen de juiste omstandigheden voor natuurontwikkeling worden gecreëerd. Door een goed beheer kan de natuur alleen daadwerkelijk tot ontwikkeling komen.”

Maak kennis met de natuur

Wat is de afsluitende tip van Jan Willem? Volgens de programmamanager moeten andere aannemers en infrabedrijven een natuurherstelopgave niet beschouwen als een technische opgave. “Zorg ervoor dat betrokkenen bij een project echt kennis maken met de natuur waar het over gaat. Hierdoor beseffen mensen waarom maatregelen worden genomen en wellicht komen ze zelf ook met goede ideeën. Door projectsafari’s krijgen collega’s op de bouwplaats te horen (van ecologen) welke planten en dieren er allemaal leven. En wie had dat gedacht? Dat je in de bermen van de A12 slangen en hagedissen tegenkomt!”

Natuurinclusieve tip van Jan Willem: Start binnen je project het gesprek over biodiversiteit en klimaatadaptatie door het invullen van de Natuurladder. Met deze tool breng je in no time je ambitie in kaart en welke stappen je moet nemen om deze waar te maken. Het instrument werkt als een gespreksstarter voor projectteams en is een meetlat om te bepalen hoe natuurvriendelijk je project is. Ook helpt hij bij het nemen van concrete maatregelen.

Volgende
Volgende

Aan de Vallei: bouwen aan een natuurinclusieve wijk in Roermond